Une dose complète de l'aventure! - Reisverslag uit Sakété, Benin van Katinka Schlette - WaarBenJij.nu Une dose complète de l'aventure! - Reisverslag uit Sakété, Benin van Katinka Schlette - WaarBenJij.nu

Une dose complète de l'aventure!

Door: Katinka

Blijf op de hoogte en volg Katinka

24 April 2012 | Benin, Sakété

Lieve allemaal, hier komt een misschien wel eindeloos lang lijkend verslag voor jullie, uit Afrika, over de tien dagen die ik Sakété heb verlaten en wat meer van Benin ben gaan ontdekken, voordat mijn laatste dagen in Afrika gaan beginnen. Laat je niet afschrikken door de lengte, zie het als een paar kleine verslachjes, want het is het lezen waard! Deze tien dagen waren met afstand de meest avontuurlijke dagen van mijn reis, en eigenlijk ook wel van mijn leven, tot nu toe!

HET ECHTE PORTO NOVO
Zondag 15 april 2012- Voor het ontbijt

Het was vrijdag namiddag, de dertiende, en daar zat ik weer, dit keer met een grote gevulde rugzak, in de taxi in Sakété, te wachten tot hij vol zou zijn en naar Porto Novo zou vertrekken. Het feit dat het vrijdag de dertiende was, of het feit dat er om de paar secondes iemand hallo kwam zeggen, mij even aan kwam raken of alleen even naar mij kwam kijken, deed me helemaal niets. Inmiddels ben ik er wel aan gewend. Om precies te zijn was ik er vanuit gegaan dat het minstens een half uur zou duren totdat de taxi vol was, dus ik ging gewoon lekker zitten en naar alle mensen kijken. Dat veroorzaakte een brede glimlach op mijn gezicht. Al deze mensen zijn zo ontzettend levendig, ze doen allemaal lekker waar ze op dat moment zin in hebben en zeggen altijd wat ze denken. Nee, nog steeds zag ik geen regelmaat in dit bonte Afrikaanse chaos. Maar het chaos maakte mij niet meer bang, zo als in het begin. Ik ben eraan gewend geraakt, ik kan ervan genieten en erover lachen. De mensen, de kleuren, de geuren, de geluiden, het stof, de hitte, ik ga het allemaal zo missen! Het duurde inderdaad langer dan een half uur totdat de taxi, die dit keer zelfs nog groter was, vol zat, maar dat maakte niet uit. Ik genoot van elk moment, en betrapte mijzelf een paar keer op een hoofdschuddende lach, die zomaar ineens uit mijn buik naar boven kwam schieten. Ik zat ik de taxi naar Porto Novo, daar waar die zou stoppen zou ik een Zem van de weg roepen en hem uitleggen waar ik heen moest. En het leukste van allemaal: Ik was niet bang! Ik had alleen maar heel veel zin in mijn uitstapje en was benieuwd naar wat de komende tien dagen mij zouden brengen.
Na in één keer goed bij het huis van Nafi, Phany’s moeder en Tanti, Phany’s zus, uitgekomen te zijn, werd ik ontzettend lief begroet. Gloria, Tanti’s dochter, 18 jaar oud, is echt een schat van een meid en hielp mij met mijn spullen naar boven sjouwen, naar de bovenste verdieping, en alles boven in te richten. Ze zou met mij boven komen slapen, zodat ik niet bang zou zijn alleen. Nu woon ik dus voor tien dagen in een appartementje met slaapkamer, keuken, badkamer en woonkamer/terras, misschien hebben jullie het eerder wel op de foto’s gezien, in hartje Porto Novo; Wauw! Er volgde een rustige avond, waarin ik van het lekkere eten genoot (ja, ik geef het toe, het eetpatroon van het weeshuis wordt toch wel echt saai na 7 weken!) en daarna met Gloria kletste over Benin en de dingen die ik niet mocht missen en we dus moesten doen de komende dagen: Ik ga zeker weten nog een keer naar het “Bamboe-Paradijs”, we gaan een paar dagen naar Cotonou en hopelijk lukt het een dorp te bezoeken dat geheel op het water is gebouwd. Ook keken we een Amerikaanse film op de laptop, die ik mee heb genomen hierheen. Het is bizar om te merken hoe open en vrolijk Gloria is, in vergelijking met hoe terughoudend ze was, de keren toen ik hier sliep met Phany en Angelika. Dat is dus het stuk respect voor mensen die ouder zijn, dat heel belangrijk is in de Beninse cultuur. Dat patroon heb ik ook al vaak genoeg gezien in het weeshuis: Als de ouderen iets nodig hebben, gaan de jongeren het halen!
Gisteren, zaterdag, zag ik voor het eerst het échte Porto Novo. Samen met Gloria liep ik via talloze kleine straatjes naar het Museum dat we gingen bezoeken en overal was van alles te zien. Ik dacht dat ze in Sakété al vaak “Jovo Jovo” riepen, maar dat woord heb ik gister misschien wel vaker gehoord dan alle dagen die ik in Benin ben tot nu toe. De ene keer lach ik naar de mensen, en de andere keer zeg ik “bonsoir” tegen ze, zwaai ik naar ze of geef ze een hand. Het museum waar we naartoe gingen was het oude Paleis van Benin. Vroeger was het een rijkdom van de koningen en de gids, die volgens mij met het zelfde systeem werkte als de scholen; alle zinnen letterlijk in je hoofd stampen, liep met ons door de verschillende kamers, vertelde ons over de verschillende koningen die hier geregeerd hadden en over alle rituelen die hier plaats hadden gevonden. Het blijkt dat geen van de koningen echt in het Christendom geloofde, maar alleen zo deed alsof voor de kolonisten die het Christendom hier hebben gebracht, en zodra ze uit het zicht waren weer zweerde op zijn Voodoo-rituelen, haha. Vanaf het museum pakten we samen één Zem, nadat we de prijs flink hadden aangepast, op naar de grote markt van Porto Novo “Ouando”, die ik tot nu toe alleen nog maar vanaf de hoofdstaat had gezien, zonder te weten dat hij vanaf daar nog eindeloos lang door ging. Nu liepen we er dus middenin. Het was onbeschrijfelijk, dus ik ga het ook helemaal niet proberen te omschrijven. Er was gewoon té veel te zien! We kochten heel veel mango’s, avocado's, eieren, tomaten, uien en maïs, om popcorn te maken die avond. Wel twintig keer wed ik door verschillende marktvrouwen gevraagd of ik met hun zoon wilde trouwen en de Jovo-liedjes vermenigvuldigden zich bij elke stap. Dat veroorzaakte een continue slappe lach bij mij en Gloria. Thuis aangekomen, hielp ik haar met het klaarmaken van onze overheerlijke lunch: Avocado met tomaten, uien en ei op een baguette, hmm! Toen besloot het weer, om de hele middag lang te gaan regenen, dus ging ik Gloria’s nagels lakken en zij ging mijn haar in vlechten. Met het t-shirt aan dat de kleermaker in Sakété voor mij gemaakt heeft en de vlechtjes in mijn haar, ben ik nu net een echt Afrikaanyje. Die avond kwam Sisi, Phany’s zoon even langs om gezellig te kletsen en nu komt Alfred, Gloria’s Neefje van 2 jaar naar boven, die de eerste keer moest huilen toen die mij zag omdat hij bang was voor mijn blanke huid, maar nu mijn nieuwe beste vriendje is geworden, om te zeggen dat mijn bouille klaar is. Dus is ga lekker Afrikaans ontbijten: Bouille, gemaakt met water en maïs-korrels of maïsmeel, een mango en een lekker kopje koffie.

VODOO RITUELEN EN AQUA BAMBOO CULTURE
Dinsdag 17 april- Na het ontbijt

Die zondag was verder een rustige dag. Rustig, dat wil zeggen dat ik hier ben gebleven, op een klein bezoekje aan een marktje na, dat wil niet zeggen dat ik me heb verveeld. De hele dag lang werden er namelijk Voodo-feesten gehouden in de wijk, die ik vanaf de derde verdieping hier, perfect kon bekijken. De geëerde, in het middelpunt staande Vodoo-leider heeft een er bont lang gewaad aan, met een masker, en gaat begeleid door oorverdovend trommel geroffel een dans dansen met veel draaien, die zijn gewaad door de lucht laten vliegen. Als hij dicht bij de eromheen staande menigte komt, deinst deze gillend en wegrennend achteruit. Zo een ritueel begint ermee, dat een groep mannen met allen dezelfde gewaden trommelend door de wijk loopt om zoveel mogelijk publiek te verzamelen, dat zich bij hun aansluit en in een lange stoet achter hun aan loopt, tot op het plein. De wijk was dus extreem vol en extreem luidruchtig, de hele dag lang! Tijdens ons markt bezoekje, stond ik dan ook meer centraal met mijn blanke huid, dan de markt, of de vis die we gingen kopen! Op de terugweg, die iets om was, maar wel wat rustiger, liet Gloria me trots het blauw met gele postkantoor, en het moderne bankgebouw zien. Het is echt aandoenlijk hoe de Béniners trots zijn op alles in hun land, dat er enigszins westers uitziet. Dat merk ik ook als ik hier tv kijk bijvoorbeeld, aller moet er zo westers mogelijk uitzien. De spot van “Canal 3 Benin”, laat bijvoorbeeld verschillende plekken van Cotonou zien, maar niet de rommelige, vieze of kapotte delen. En aangezien er niet veel geld is, worden er nu pas eerste seizoenen van series uitgezonden die bij ons al bij seizoen 16 zijn aangekomen.
Gisteren, maandag was mijn eerste dag terug bij het project van Phany en Angelika, “Aqua-bamboo Culture” Tanti had een zem-bestuurder gebeld die het “la bas” wel kende, om mij te brengen, aangezien het nogal afgelegen ligt en echt álle straten op elkaar lijken én geen namen hebben. Daar aangekomen bleek dat hij niet alleen een zem-bestuurder was, maar ook een muzikant en goed bevriend met de mannen van het project. Deze waren overigens allemaal ontzettend blij en vereerd dat ik er was. Eugene, de oudste van het stel met die ik contact had, had blijkbaar niet doorgegeven dat ik zou komen, dus iedereen was heerlijk verbaast. Vooral Djibril, een leuke, zeg maar gerust gekke en net als alle anderen daar; über-muzikale man rond de 30, die met zijn vrouw en twee kleine meiden vlak bij het project woont en de zoon is van (een van) de bekendste muzikant van Benin, was ontzettend enthousiast om mij te zien. Er volgde een middag waarin hij mij nummer van Bob Marley, die hier zeer zeer gewaardeerd wordt, op de gitaar leerde spelen en ik zelfs mijn prille gitaarkunsten door kon geven aan Gildas, een jonge die Phany heeft beloofd gitaar te kunnen spelen als hij in de winter terug naar Benin komt, wie had dat gedacht!? We hebben vooral uren lang muziek gemaakt. Dat wil zeggen: Djibril speelde gitaar en en iedereen die zin had, zong er een melodie bij of maakte een ritme. Dat zijn echt momenten waar ik van kan genieten. Heerlijk zingen waar je zin in hebt terwijl je er een beetje bij op let dat het muziekaal correct blijft, daarom bewonderd worden, en dat alles op de aller mooiste kalmste plek van heel Benin. Het is echt grappig om als enige vrouwelijke element tussen al die gekke lieve mannen te zitten. Ze doen echt hun best om het helemaal naar mijn zin te maken. Ze weten dat Phany héél boos zou worden als er iets met mij zou gebeuren, haha. Naast de muziek, hebben we ook plannen gemaakt voor mijn week hier! Maar wie weet wat daarvan terecht komt, je moet alle zinnen op z’n Afrikaans begrijpen, dat wil zeggen: We kijken die dag wel hoe het loopt. Kortom, het was een heerlijke dag in mijn Beninse paradijs, met de meest gekke, creative, aardigste muzikanten die ik ken. Helaas eindigde deze dag wat minder goed. Namelijk met een door de de regen veroorzaakte val van de Zem-scooter op een glad modder paadje. Natuurlijk had ik geen helm op, en natuurlijk viel ik met mijn hoofd precies op een van de stenen die uit de modder raakten. Samen met mij, mijn tas, met daarin deze laptop. Ik ben tot nu weg gekomen met wat schaafwonden op mijn knie, mijn wang en mijn kin, en een nacht lang knallende koppijn. Met deze laptop en mijn mobiel daarentegen, gaat het nu iets minder goed. Maar door een telefoon gesprek van een paar minuten geleden, werd ik eraan herinnerd dat het niet de materiële dingen zijn die het leven uitmaken. Dus ik probeer mijn koppie daar lekker van af te leiden en nog zo veel mogelijk ervaringen en herinneringen te maken. Met mijn hoofd gaat het inmiddels al weer beter. De regen is de hele nacht lang niet gestopt. Als er dadelijk een einde aankomt, zal Tanti Simplice, zo heet de zem-bestuurder/muzikant dus, weer bellen en ik zal weer naar “Aqua-Bamboe” gaan, waar ik vannacht ook blijf slapen, omdat ik woensdag ochtend vroeg, samen met Eugene en Djibril op een bootje naar Aguégué ga. Dat is een stadje, gebouwd op palen in het water. Samen met Ganvie en een paar andere kleine dorpjes, komt dat maar één keer op de wereld zo grootschalig voor. Tanti en Gloria keken mij met grote ogen aan toen ik ze uitlegde dat ik er een nacht zou blijven. Ze vinden mij heel dapper dat ik dat durf, omdat er toch geen andere vrouw is haha. Hier in Benin mengen ze niet zo. De vrouwen hebben andere bezigheden dan de mannen, en jongere nemen niet deel aan de activiteiten van de ouderen.

AGUÉGUÉ
Woensdag 18 april- Doodmoe en gelukkig in mijn bedje

Ik hield me extra goed vast toen we over alle modderpaadjes naar het project crosten en gelukkig bleef een tweede val me gespaard! Daar aangekomen, was iedereen weer blij om mij te zien en was een van de bamboebedden al voor mij klaar gemaakt. Net als dat er al lekker gekookt was. Omdat ik een Jovo ben, en dus overal de status van een “volwassene” of nog hoger krijg toegediend van de de mensen hier, (in het project, bij Phany’s familie thuis en in het kindertehuis) word ik ook overal volgestopt met eten. Ik kan de mensen die bang waren dat ik hier te veel af zou vallen daarom zeker weten gerust stellen. Ik eet hier weliswaar geen chips of snoep, maar ze gooien wel een liter olie in elke maaltijd volgens mij. Als je hier dik bent, betekend het dat je rijk bent, dus het is heel statusgevend. Bij deze kan ik dit moment dan ook vast gebruiken om jullie erop voor te bereiden dat ik ga vasten als ik terug kom. Terug naar gisteravond: Na het eten volgde, je raad het al, muziek! Pas nu ik weer muziek maak en hoor, merk ik dat ik het zo gemist heb! Daarna viel ik net als 5 weken geleden in slaap, met de sterren boven mij en de kwakende kikkers onder mij, zonder de geluiden van de stad, zoals bijvoorbeeld het harde Marokkaanse geschreeuw van de Moskee’s in de ochtend en de avond.
Vanochtend werd ik wakker en het bleek de meest mooie dag te zijn voor ons uitstapje. Het “vroeg” vertrekken werd natuurlijk wat later dan gepland, maar rond half tien reden we op twee scooters naar het wijkje vanaf waar de bootjes naar Aguégué vertrekken. Het was een pleintje vol kleuren omdat er markt was, met alle soorten fruit en groente en vis. Hier wachtten we een tijdje totdat de het bootje genoeg passagiers had om te vertrekken. In die tijd heb ik wel 4 huwelijksaanzoeken moet afslaan haha. Toen ons bootje het meer op voer, een lekker briesje ons tegemoet kwam en Djibril begon een deuntje te spelen op zijn gitaar, die natuurlijk mee moest, begon een van mijn mooiste geluksmomenten hier. Het was heerlijk om op het water te zijn, we kwamen langs veel andere bootjes, sommige zelfs bestuurd door kinderen, vanaf waar mensen visten of allerlei dingen vervoerden. Aangekomen in Aguégué konden we uitstappen en lopen, omdat het regenseizoen nog niet echt begonnen is en het water in het dorp dus nog niet over staat. We liepen naar de hut van de moeder van een muziek-vriend van Eugene en Djibril, vanaf allerlei hoekjes koekeloerden nieuwsgierige kinderhoofdjes naar ons. We werden blij ontvangen in de hut. En gingen zitten op de grond. Al gauw zaten er twee meisjes in de andere kant van kamer. Djibril begon gitaar te spelen en ik en Eugene gingen daarbij zingen. Toen onze laatste tonen klonken merkte ik pas echt dat de hut tot de nok vol was met kinderen. Het leek wel alsof de kinderen uit het hele dorp in de hut zaten. Een stuk of dertig glimlachende kinderen applaudeerden hard voor ons. Dezelfde dertig kinderen herhaalden in koor mijn naam toen ik me voorgesteld had. Iedereen wilde op de foto’s staan die ik maakte en tijdens het rondje wat we daarna door het dorp liepen om iets meer ervan te zien, wilden ze allemaal zo dicht mogelijk bij mij lopen. Die zelfde dertig handjes zwaaiden naar ons toen ons bootje weer vertrok. Het was echt magisch. Djibril beweerde dat hij dat nog nooit had mee gemaakt. Het deed pijn in mijn hart om de: “au revoir” roepende kinderen in de verte steeds kleiner zien te worden. De namiddag brachten we rustig door bij het project. Het blijft interessant om met de Afrikanen te praten over hun kijk op de wereld en wat ze allemaal van plan zijn in hun leven. Soms zijn ze zo vast overtuigd van dingen, waarvan ik als kind al leerde dat ze niet waar waren of niet bestonden, dat is elke keer weer raar. Rond zes uur haalde Semplice mij op en in plaats van mij meteen naar huis zou brengen, moest bij mij eerst even mee nemen naar zijn rendez-vous, beweerde hij. Natuurlijk, zei ik, je moet alle nieuwe kansen op avontuur pakken! Zijn rendez-vous bleek een repetitie van een dansgroep te zijn. Niet zomaar een, maar zíjn dansgroep. Dus naast zem-bestuurder en muzikant, is hij óók nog een danser én dansleraar. Ik ben benieuwd welke kanten ik nog van hem ga ontdekken! Iedereen was zenuwachtig, omdat er een Jovo kwam kijken naar hun dans, maar ze deden het goed. Toch was het voor mij bijna leuker om naar de kleine kindjes te kijken met grote ogen naar de dans keken, met alle moeite probeerden de bewegingen na te doen en verlegen giechelden als ze doorhadden dat ik naar ze keek.
Terug thuis, werd ik ontvangen alsof we elkaar een week niet hadden gezien! Er werd weer lekker eten voorgeschoteld en gezellig gekletst. Wat ben ik toch blij met mijn keus een paar dagen meer van Benin te ontdekken! Ik maak zó veel nieuwe dingen mee, en elke dag ontdek ik weer iets wat ik nog nooit van mijn leven gezien heb. Ik heb het echt perfect voor elkaar, ik zit midden in het echte Beninse leven en kan er dus echt alles van proeven. Morgen ochtend om tien uur komt Semplice mij ophalen en zullen we samen naar de markt van Adjara rijden, een stadje ongeveer tien kilometer van Porto Novo vandaan. De markt staat bekend om de vele djembees, manden en potten die er ter plaatse gemaakt worden, dus dat klinkt naar nieuw avontuur. Ik ben benieuwd!

ADJARA
Donderdag 19 april- Na het avondeten

Maar 15 minuten over tien kwam Simplice mij vanochtend ophalen. We crosten weg, op naar Adjara, nadat ik aan Nafi beloofd had Maniok* voor haar te kopen op de markt, omdat ze de beste Maniok hebben in Adjara. Dertig minuutjes later en verschillende zandstraten en enthousiaste Jovo-roepen later, kwamen we aan in Adjara, dat toch echt wel een stad te noemen is. Onze eerste stop maakten we bij een kraam met ontelbaar veel verschillende djembees in allerlei maten en kleuren. We werden bij ontvangen en na een beetje getrommel en geklets, waren ze er natuurlijk uiteindelijk op uit mij een djembee te verkopen, met als argument dat dat dé souvenir is, die laat zien dat je in Benin geweest bent. Semplice trok mij dus verder met de woorden “we komen zo terug” en toen begon de markt pas echt! Net als de Ouando-markt in Porto Novo, breidde deze markt zich vanaf de hoofdstraat uit over meerdere vierkante kilometers. Maar het had iets gezelligers dan in Porto Novo. Er waren veel minder fluitjes en kus-geluidjes naar mij toe, en als iemand het woord “Jovo” zei, was het met een grote brede lach, waardoor ik wist dat het niet anders dan aardig bedoeld was. Dat wil niet zeggen dat het geen volle markt was! Het was er juist nog voller, omdat op deze markt dus ook alle materialen voor kunstenaars verkocht worden, en natuurlijk de kunst zelf. Simplice koos zoveel mogelijk verschillende paadjes, en legde mij alles uit wat ik nog nooit had gezien. Hij nam mij mee naar de smeden, de pottenbakkers en de mandenmakers, die allemaal heel enthousiast waren een Jovo-meid te zien. Ze lieten mij zien hoe ze hun producten maakten en ik mocht het zelf ook proberen. Ze lieten mij zoveel foto’s maken als ik wilde. M toen ik voor een kraam met paardenhaar, dode kikkers en dode koppen van verschillende dieren stond, en mijn camera erbij haalde omdat ik het wel een foto waard vond, ging de eigenaar helemaal door het lint. Gelukkig was daar Simplice die mij gauw verder trok. Naast een goede zem-bestuurder, muzikant, danser en dansleraar blijkt hij ook nog een goede guide te zijn en een vader van drie kinderen. Aan de rand van de markt, waar het iets rustiger werd, liepen we een nog kleiner zijpaadje in langs riten huizen en uiteindelijk een erf op. Hier werd mij trots laten zien hoe van palmwijn sterke alcohol gemaakt wordt. Zelfs aan kleine kinderen wordt die te drinken gegeven, omdat ze beweren dat het een medicijn is. Net als de kruiden die ze roken hier.
Toen we de scooter gingen halen en weer langs de vele djembees kwamen, was het moeilijk om bij ze weg te komen. De enige manier om dat te doen, was door de woorden “we komen terug” te herhalen en gauw gas te geven. Dit gas werd niet losgelaten totdat we aankwamen bij twee grote bomen waaronder een aantal mannen en jongen hard aan het werk waren met hout. Zo kon ik zien hoe de djembees gemaakt worden, er zit echt een boel werk in! Na een geslaagd bezoek aan Adjara, kwamen we weer thuis aan, waar Nafi bijna een vreugdesdansje maakte toen ik haar de Maniok in haar handen drukte. De rest van de dag bracht ik door bij het project. Daar bleek dat de hond tijdens de nacht zijn puppies had gekregen, het zijn echt zes hele lieve schatjes! Helaas was er ook een van de vier ganzen door zijn mede-ganzen gedood. Zo kon ik het proces bekijken hoe ze deze gans klaarmaakten, waarna ik niet zo heel veel had om een stukje ganzenvlees te proeven. Terug thuis hebben we lekker couscous gegeten en nu ga lekker slapen voordat ik morgen ochtend alleen met de taxi op naar Cotonou ga reizen. Ik ben benieuwd hoe dat uit gaat pakken! In Cotonou moet ik dan een Zem pakken naar een plek genaamd “Station Saint-Michel” en daar zal Nonga, een man die ik ken omdat hij veel bij ons in Sakété bij het weeshuis werkt, mij ophalen om samen naar Ouida te rijden, een stad ongeveer 40 kilometer van Cotonou vandaan. Die avond zal ik in Cotonou blijven slapen bij Gloria’s zus Jiro, die daar studeert. Zaterdag gaat ze mij dan Cotonou laten zien.

OUIDA EN COTONOU
Zaterdag 21 april- in de avond

Maou! Ik maak echt heel veel mee in deze tien dagen op reis, die ik niet in Sakété ben! Hoewel ik alle kinderen van het tehuis wel heel erg mis ondertussen, ben ik echt zo ontzettend blij met mijn keus om deze tien dagen op stap te gaan! Ik heb echt goed de cultuur in kunnen duiken om het land en de mensen nog beter te leren kennen. Gister was een van die dagen die wel weer heel erg avontuurlijk waren. Soms denk ik bij mezelf, als jullie zouden weten hoe alles hier werkt en wat ik allemaal mee maak, zouden jullie je continu zorgen om mij maken haha. Dus het is maar goed dat jullie mijn verhalen steeds achteraf te lezen krijgen. Gister ochtend bracht Tanti mij naar de taxi, die naar Cotonou zou rijden en daar zou stoppen bij de markt. Ik kwam voorin te zitten naast een jonge die beweerde dag hij van alle Duitsers hield en vond dat hij dat meer dan tien keer moest herhalen. Net als dat hij tien keer zei dat hij mij zo dapper vond. Hij stapte eerder uit dan ik en toen ik uitstapte en wilde betalen beweerde de chauffeur dat de jongen het al voor mij had gedaan. Dat was dus een leuke meevaller, maar na deze meevaller kwam het gedeelte dat ik best wel onderschat had, namelijk: Cotonou! Die stad is nog wel even nét iets groter, viezer en luider dan Porto Novo, en dan moet je maar even denken aan een van mijn eerste verslagen, waar ik me midden in Porto Novo al zo alleen voelde. Nu stond ik dus midden in de grootste en drukste markt van het hele land. Die markt is gewoon écht niet met woorden te beschrijven. Het is de meest bizarre plek op aarde die ik tot nu toe heb gezien! Het is er tien keer zo druk als alle markten en situaties die ik tot nu toe in mijn verslagen heb probeert te beschrijven. Gelukkig spat die markt ook uit elkaar van Zem’s, die in Cotonou een gele blouse dragen, dus ik riep er één naar mij toe en kon op die manier zo gauw mogelijk van alle fluitjes, kus-geluidjes, Jovo-roepen en huwelijks aanzoeken afkomen. Daar croste ik ervan door, voor de zoveelste keer achter op een scooter, met als verschil dat de straten hier tien keer drukker en stoffiger waren en dat letterlijk bij élk kruispunt 50 man stonden met de meest diverse producten die je wanhopig probeerden te verkopen. Aangekomen bij “station Saint-Michel” was de zem-chauffeur in een oogwenk verdwenen en was ik alleen. Op dat moment miste ik mijn trouwe Semplice zeker weten wel! Ik belde Nonga, die er eigenlijk al zou zijn, maar hij nam niet op. Dit ritueel herhaalde zich misschien zo’n twintig keer en met elke keer werd ik iets wanhopiger. In Porto Novo verdwalen was geen probleem geweest, daar ken ik inmiddels de weg en best was verschillende mensen, maar hier in deze immense meest ongeorganiseerde stad op aarde was het net even een ander verhaal. Tien minuten later, precies op het moment dat ik Jiro wilde bellen, belde Nonga mij. En gelukkig (!!) zat ik vijf minuten later bij hem achterop, op weg naar Ouida. De stad vanaf waar duizenden slaven zijn vertrokken. Het weer was prachtig en ik had anderhalf uur de tijd om alles wat ik zag goed in me op te nemen en te bestuderen, (en goed verbrande benen te krijgen, aangezien ik voor het eerst zo dapper was geweest een korte broek aan te doen, haha.) Achterop de scooter is toch echt de beste plek om alles hier te bekijken. Lekker de wind in je gezicht, dus niet zoveel hitte en niet zoveel Jovo-geroep.Ouida bleek een stadje dat meer een “Porto Novo’se” uitstraling had: het zag er echt gezellig uit. Het was raar om te bedenken dat dit de eerste stad van West-Afrika is geweest waar de Europeanen kwamen, zo veel jaar geleden. Onze eerste bestemming was het oude fort van de Portugezen, wat nu het museum van de geschiedenis van de stad is. Daarna bekeken we de kathedraal van Afrika, die de Portugezen hadden laten bouwen. Tegenover die kathedraal was de Vodoo-tempel van de Pythons. Dat konden we natuurlijk ook niet missen. Van de uitleg over alle Vodoo rituelen begreep ik niet zo veel, maar ik begreep dat het erom ging dat Pythons heel aardige beesten zijn en niemand iets aandoen. Met die woorden opende de guide een deur van een hut, waarin ik minstens vijftig pythons zag! Hij pakte er twee, hing er één om mijn net en gaf mij de andere in mijn hand, bijna zonder mij te vragen of ik bang was. Ieks, dat voelde wel raar hoor! Maar gelukkig hebben ze me levend gehouden. De guide vertelde dat de deuren van de hut ‘s nachts geopend worden en dat de pythons op stap gaan door de stad. De meesten komen vroeg in de ochtend weer te rug en de rest wordt tijdens de dag terug gebracht door de bewoners van de stad, die het dus normaal vinden om een python op straat te vinden. Dat idee leek mij dus wat minder. Wij maakten ons nu op weg naar de “route des esclaves”, de laatste vier kilometer die de slaven hebben geloven van Ouida tot aan de zee, waar ze vertrokken in boten gestapeld, en nooit meer terug kwamen. Ter ere van hen is daar een aantal tiental jaren geleden en grote poort gebouwd, “la Porte de Non-retour”. Die er prachtig uitzag voor de blauwe zee. Maar voor mij was de zee alleen zoals altijd, ook al heel mooi. Onder de poort maakte een stelletje gekke muzikanten muziek en een eindje verderop stonden een paar hutjes, waar kunstenaars hun werken verkochten. Na op bezoek geweest te zijn bij een paar verre familieleden van Nonga en, bien sur, een telefoontje van Djibril ontvangen te hebben om te vragen hoe mijn dag was, begonnen we aan onze terugweg naar Cotonou. Net als de heenweg was het puur genieten van het uitzicht. Aangekomen in Cotonou, kon ik Jiro niet bereiken, dus nam Nonga mij mee naar zijn huis, om mij voor te stellen aan zijn vrouw en zijn kinderen. Het is echt interessant om te kijken hoe iedereen hier woont. Terwijl we zijn buurt in reden gebeurde er iets raars. Het was een wat kalmere buurt, niet langs een grote straat maar met kleine weggetjes, maar met over langs deze weggetjes mensen die ergens mee bezig waren. Ze verkochten dingen, deden hun was, dronken een biertje samen, deden en spel, of rustten gewoon lekker uit. En in een klap begreep ik het een beetje. Ik begon en beetje helderheid te zien in het chaos, en al was het maar een beetje, het voelde eindelijk allemaal wat vertrouwder. Eigenlijk is het leven hier heerlijk: Als je iets nodig hem loop je naar buiten, en als je goed om je heen kijkt en wat hoekjes om loopt vind het wel langs de weg. Je doet lekker waar je zien in het op dat moment en laat elke dag op je afkomen. Voor Afrikaanse omstandigheden was het huisje van Nonga mooi en fijn. En natuurlijk werd er meteen wat lekker voor mij op tafel gezet. Iedereen is zo lief hier. Na een tijdje belde Jiro mij en Nonga bracht me naar haar buurt, waar we haar gauw vonden. Ze omhelsde me alsof we elkaar al jaren kenden, en vanaf dat moment miste ik haar al. Ze liet me haar appartementje zien, we maakten eten, een vriend van haar kwam langs en wilde later die avond terug komen om ons mee uit te nemen, maar om tien uur was ik zo moe dat ik niet veel meer kon doe dan slapen. Maar, eerst moest ik naar de WC. Dat bleek nog niet zo makkelijk te zijn. Want onder géén omstandig heden wilde de lieve leuke Jiro mij naar de WC later gaan die buiten haar appartement gebouwd is en door meerdere mensen gebruikt wordt. Zo trok ze me dus mee, weer de straat op, die nog steeds heel beleefd was, richting de dichtstbijzijnde kliniek. Daar vroeg ze of ik naar de wc moest gaan en gaf niet op totdat de dokter toestemde. Lachend renden we trappen op naar de WC en tien minuten later vielen we lachend in slaap. Ik was zo moe dat ik niet eens merkte dat de kamer geen raam en geen ventilator had en dus snikheet was.
Vanochtend werd ik wakker door Jiro die ontbijt voor mij maakte. Na het ontbijt en nadat ze erop stond dat ik oorbellen van haar in deed, omdat mij dat zo leuk stond, vertrokken we op haar scooter, richting dé Universiteit van Cotonou. Wat echt even gezegd moet worden: Wow, die meid heeft talent ervoor om in het Cotonou genoemde chaos een scooter te besturen. Ik zou het never nooit durven! De universiteit bestond uit en stuk of 6 grote gebouwen, elk voor een faculteit, met daar tussen in parken met palmbomen en kleinere huisjes, waar eten en schoolspullen werden verkocht of waar je kunt internetten of kopieën kunt maken. Een eind verderop begon een grote wijk vol flats voor de studenten. Alles bij elkaar vond ik het er best gezellig uitzien. We kochten “melk” bij een kraampje. Dat hield in: Een best lekkere, dikke karnemelk- achtige vloeistof met suikerkorrels erin, die je ter plaatse uit een schoteltje kunt drinken/eten of in een zakje mee kunt nemen. Wij namen het mee naar onze volgende bestemming: De grote Kunst-markt van Cotonou, met zijn belachelijk hoge prijzen, waar we twee uurtjes doorbrachten. Ik was blij dat ik in Ouida al had geshopt en dat ik niet eens meer iets kón kopen, aangezien ik nog maar een paar euro’s heb voor mij laatste twee weken hier. Natuurlijk was het wel leuk om naar al de kunst te kijken en van twee verschillende kunstenaars heb ik twee verschillende dingen geleerd: “Alle Duitsers dragen brillen, omdat dat goed is voor je gezondheid” en “Duitsers zeggen altijd de waarheid”. Haha, soms vertellen mensen mij dingen hier, waarvan ik echt niet snap waar ze ze vandaan halen! Naast alle kunst heb ik op de markt voor het eerst sinds een paar dagen mede Jovo’s gezien, dat voelt toch altijd weer vertrouwd. De Jovo’s misten ook niet de rest van onze dag. We gingen lekker op het strand liggen, waarna we heel vies waren en dus gebruik gingen maken van de schoonste en meest westerse toiletten van heel Benin, die zich bevinden in “Erivan” de grootste supermarkt (lijkend op zo een grote supermarkt in Frankrijk) van het land. Jiro was hier nog nooit geweest en keek dus haar ogen uit, echt leuk om te zien! Door alle gesprekken en lol die we hadden waren we tot nu toe vergeten te lunchen die dag, dus kochten we, schoon als we nu waren, een brood met boter langs de weg, dat we meenamen naar het “Institut Francais” dat ze mij wilde laten zien. Het was een gebouw, waarin om de paar weken een andere kunst-expositie wordt gehouden, en waarachter zie twee grote podia bevinden. Iedereen kan het komen om naar de bibliotheek te gaan of gewoon lekker uit te rusten. Wederom misten de Jovo’s hier niet. Het moment van afscheid nemen kwam dichter bij en voor de zoveelste keer vertelde ze mij hoe blij ze was dat ze alles aan mij kon laten zien vandaag en dat ze mij zo ging missen. Ik mis haar nu al, wat een top meid. Die gaat het nog ver schoppen! Ze stond erop dat ik haar oorbelletjes als souvenir mee naar huis nam. Ze bracht me naar de grote chaotische markt en onderhandelde voor mij met de taxi-chauffeur, totdat hij ermee toestemde dat ik voor de normale prijs naar Porto Novo kon rijden. In Porto Novo zag ik Semplice langs de weg tussen een paar andere zem’s ik zwaaide en hij zwaaide, en ik voelde me net een bewoner van de stad omdat ik iemand herkende op straat. De taxi-chauffeur liet mij een paar honderd meter van huis uitstappen, maar omdat ik de stad inmiddels al best een beetje ken, en al helemaal na mijn Cotonou-avontuur, was dat totaal geen probleem en liep ik tot het huis, waar ik warm en blij werd ontvangen door iedereen. Na deze twee dagen voel ik me best een beetje dapper hoor!

GENIETEN EN PROBEREN NIET AAN AFSCHEID TE DENKEN
Zondag 22 april- Net terug thuis

Vandaag was de één na laatste dag van mij reisje in mijn reis in Benin. Vanochtend haalde Semplice mij op, nadat ik gezellig met Tanti had gekletst terwijl zij mijn bouille klaarmaakte en van mijn bouille had genoten, en we reden naar het project. De arme Eugene bleek een beetje ziek te zijn vandaag, maar alle anderen waren in beste stemming om mij te zien en keken goed op van de foto’s van mij met slangen om mijn nek, haha. Zoals beloofd, nam Djibril mij op zijn scooter mee naar zijn huis, een kilometer verderop, om mij voor de stellen aan zijn vrouw en zijn twee kleine meiden. In het begin waren ze zo verlegen als het maar kon en aan het einde wilden ze absoluut niet dat ik weg ging. Ze hebben mij trots hun huis later zien en hun collectie dikke slakken in een emmer achter het huis. Zijn vrouw heeft een lekker omeletje voor mij gemaakt en Djibril gaf me zijn CD met persoonlijke boodschap. Ik ben echt blij ze te kunnen leren kennen! Terug bij het project heb ik een fijne dag gehad: Ik heb gitaar gespeeld en gezongen met Djibril, en een van de muzikanten had zijn vrouw en zijn drie meisjes meegenomen voor een zondags-uitstapje. Zij genoten van het spelen in de natuur, het kijken naar de puppy's, hoe Djibril de vissen voerde en hoe ik van mijn mais popcorn maakte. Het werd véél meer dan ik dacht, dus er was genoeg voor iedereen. Een laatste keer kon ik tegen iedereen de vertrouwde woorden “tot morgen” zeggen, voordat ik vertrok. Het is raar dat het nu mijn laatste avond hier wordt met Tanti, Nafi en Gloria, voordat ik, “de meest moedige meid” zoals Semplice het zo lief zegt, terug ga naar Sakété, om daar mijn laatste 12 dagen van mijn Afrikaanse avontuur door te brengen!

  • 24 April 2012 - 01:57

    Olivier:

    ik dacht dat je van me hielt, nu doe je me dit aan. nou dan ga ik maar beginnen met lezen.
    :P:P

    hou van jou

  • 24 April 2012 - 08:36

    Olivier:

    nou ik ben nu halverwegen, morgen verder. is wel weer een super verhaal tot nu toe.
    hou van je

  • 27 April 2012 - 14:37

    M.:

    O wat heerlijk,je verslagen kunnen mij niet lang genoeg zijn!
    Ik heb er, weer, van genoten.
    Ik denk aan je je laatste dagen daar...
    Liefs, M.

  • 01 Mei 2012 - 12:33

    Florielle:

    Heerlijk!! Ik wil oook!!! Wat een verhalen kat!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Katinka

Actief sinds 07 Sept. 2011
Verslag gelezen: 426
Totaal aantal bezoekers 19955

Voorgaande reizen:

25 Februari 2012 - 05 Mei 2012

Sur la route de Benin

22 September 2011 - 22 Januari 2012

Paris, j'arrive!

Landen bezocht: